Vaarwel prefect, welkom attitudecoach?! 

Ingediend door YVES op

Afhankelijk van je leeftijd en het onderwijsnet waartoe je secundaire school behoorde, heb je als lezer misschien een herinnering aan een prefect (of ‘pief’) die namat of je rok niet te hoog boven de knie kwam, en kettingsmeer aan je handen niet zag als een geldig excuus om te laat op school aan te komen. Of misschien hoor je nog steeds het fluitsignaal dat op een overtreding van het schoolreglement wees en een aantal bladzijden straf aankondigde. In ons collectieve geheugen associëren we de figuur van de prefect vaak met een boeman, die instaat voor het naleven van orde en tucht op een strenge, niet altijd als rechtvaardig gepercipieerde manier. Bij domo de refontiro zijn we benieuwd of deze figuur inderdaad definitief tot het verleden behoort of nog steeds een rol vervult. Daarom legden we ons oor te luister bij enkele (ervarings)deskundigen.          

Vanuit het secundair onderwijs hoorden we de stemmen van drie (voormalige) directeurs: Philip Brinckman, pedagogisch en internaatsdirecteur van het Sint-Jozefcollege in Turnhout en voorzitter van de commissie Beter Onderwijs, die in 2021 een advies formuleerde over de bijsturing van de kwaliteit van het Vlaamse leerplichtonderwijs; Wouter De Smedt, directeur van het Sint-Michielscollege in Schoten; en Marie-Thérèse Carrijn, sinds 2020 coördinator voor het secundair provinciaal onderwijs Oost-Vlaanderen en voorheen directeur van Richtpunt campus Eeklo. Voor de lerarenopleidingen spraken we met Ingrid Van der Veken, departementshoofd van de educatieve graduaats- en bacheloropleidingen van de AP Hogeschool in Antwerpen, en Elke Struyf, gewoon hoogleraar onderwijswetenschappen aan de Antwerp School of Education van de Universiteit Antwerpen. Om het beeld verder aan te vullen, informeerden we bij directeur Katrien Roggen naar de situatie in de vrije lagere school van het Altena Instituut in Kontich. Omdat aan thema’s als tucht en discipline bepaalde gevoeligheden zijn verbonden, vroegen een aantal gesprekspartners niet letterlijk te worden geciteerd. De onderstaande weergave van de interviews vat de verschillende visies bijgevolg grotendeels geanonimiseerd samen. 

Bestaat de prefect nog?

‘Wel in functie, maar niet in naam’, luidt het antwoord vanuit de secundaire scholen. Alle drie wijzen ze nog steeds iemand aan om het gedrag van hun leerlingen op te volgen. Voor twee van de scholen is dat vanzelfsprekend een directielid, vanwege de eindverantwoordelijkheid verbonden aan dat niveau en het gezag dat die persoon kan uitdragen naar zowel leerlingen als leerkrachten; hij of zij weet zich bij de uitvoering van deze taak wel ondersteund door studiemeesters of zorgcoaches. De andere school houdt de rollen liever gescheiden en kent voor deze functie uren toe aan een van haar leraars. 

In geen van de gevallen prijkt de titel ‘prefect’ nog op een naambord of visitekaartje. De meeste leerlingen kunnen zich daar immers niets bij voorstellen. Of ze interpreteren de titel te eenzijdig als ‘tuchtmeester’, terwijl de functie niet meer alleen gaat over het corrigeren van problematisch gedrag maar over verschillende aspecten van opvoeding en vorming – en dus even goed over inspraak, sport, cultuur, … De titel is bijgevolg vervangen door de benaming van de directiefunctie (pedagogisch directeur, adjunct-directeur, …) of door ‘attitudecoach’, wat uitdrukkelijk verwijst naar het aanleren van het gewenste gedrag. 

Samen met de naamsverandering vonden ook andere verschuivingen plaats. Vroeger was de prefect degene naar wie je als leerkracht leerlingen kon doorverwijzen om de problemen letterlijk uit je klas te zetten. Nu ligt er meer nadruk op een gedeelde verantwoordelijkheid, die begint bij de leraar en wordt ondersteund door het bredere schoolteam en het schoolbeleid. Daarnaast is in de meeste gevallen niet langer sprake van louter straffen en worden zowel leerlingen als leerkrachten en ouders aangesproken op hun verantwoordelijkheid. 

De leerkracht als spilfiguur   

Bijna alle betrokkenen zijn het erover eens dat de leraar het eerste aanspreekpunt is, ook bij ongepast of storend gedrag. Dit standpunt wordt in de recente wetenschappelijke literatuur ondersteund: als er problematisch gedrag optreedt, en zeker als de leerkracht erbij is betrokken, dan moet die leerkracht daar zelf op reageren en er een oplossing voor bedenken. Het betekent niet dat er geen ruggensteun moet zijn van de collega’s en de directie, wel dat het eigenaarschap bij de leraar zit. Om het met de woorden van een van de gesprekspartners te zeggen: ‘Wordt het pakje te snel doorgeschoven, dan hol je de functie van de leerkracht uit.’ 

De scholen hanteren dan ook een getrapt systeem: krijgt de leraar een situatie niet onder controle, dan treedt de zorgcoach, studiemeester of attitudecoach in actie; daarna komt de adjunct-directeur, pedagogisch directeur, … in beeld. De snelheid waarmee tussen deze personen wordt geschakeld, varieert van school tot school en van visie tot visie. Terwijl de ene school deze beslissing overlaat aan de verantwoordelijken, laat de andere zich leiden door de frequentie en ernst van het ongewenste gedrag: bij eenmalig of niet frequent storend gedrag, is de leerkracht aan zet; bij frequent storend gedrag en zware overtredingen de attitudecoach. Of de directeur, zoals in de lagere school: ‘Gewone akkefietjes worden aangepakt door de klasleerkracht of degene die aan het bewaken is. Als het een brug te ver is, doe ik dat, om een duidelijk signaal te geven, meer gewicht in de schaal te leggen.’

Wanneer onderliggende problemen, zoals bepaalde diagnoses of een moeilijke thuissituatie, ervoor zorgen dat een leerling zich niet goed kan aanpassen aan het schoolse systeem, speelt de leerlingenbegeleiding een belangrijke rol. Vanuit hun expertise in socio-emotionele problematieken kunnen zij achter het moeilijke gedrag van de leerling kijken om zo tot duurzame oplossingen te komen. Soms zal het ook nodig zijn om externe organisaties in te schakelen voor verdere ondersteuning. Cruciaal tijdens het hele proces is dat de leerkracht actief betrokken blijft. 

Ondersteuning door een beleid…  

Om effectief om te gaan met problematisch gedrag heeft de leerkracht, naast de ondersteuning door het bredere schoolteam en eventueel externe professionals, een duidelijk schoolbeleid nodig: hoe zet de school in op de ontwikkeling van het gewenste gedrag? Hoe wil de school omgaan met diverse vormen van storend gedrag? Op welke manier geeft ze grenzen aan? En op welke manier organiseert ze, waar nodig, herstel? Volgens een van de deskundigen kan zo’n duidelijk schoolbeleid, vertaald in heldere procedures, de functie van de ‘prefect’ grotendeels vervangen. Noodzakelijke voorwaarden hierbij zijn dat het beleid en de procedures worden gedragen door het volledige team en door de leerlingen en hun ouders zijn gekend. 

Op die bekendmaking zetten de scholen op verschillende manieren in. Zo vereenvoudigen ze het uitgebreide schoolreglement – tachtig bladzijden is geen uitzondering – tot een behapbare versie, die bij de start van het schooljaar in alle klassen wordt toegelicht of opgefrist. Opvallend is daarnaast hoe de scholen er bewust voor kiezen om de regels op papier aan de leerlingen en hun ouders te bezorgen, zelfs wanneer alle andere communicatie digitaal verloopt. Een andere manier om de regels onder de aandacht te brengen, is door ze zichtbaar op te hangen in de school, al dan niet begeleid door cartoons die de leerlingen aanspreken. 

Nóg crucialer is dat alle leerkrachten dezelfde koers varen en de vastgestelde afspraken en procedures consistent naleven, zoals een van de directeurs aangeeft: ‘Ik ben ervan overtuigd dat hoe groter de school is, hoe sterker de structuur moet zijn en hoe eenduidiger de regels om alles in harmonie en gelijk voor iedereen te kunnen laten verlopen.’ Een andere directeur benadrukt dat de rol van de ‘prefect’ in 2023 daarom vooral is gericht op het waarborgen van die consistentie: ‘Er zijn van leraar tot leraar zeker verschillen en die mogen er zijn, dat is hun eigenheid. Maar er mag geen eigen interpretatie komen van de afspraken. Het is belangrijk dat alle leraren de regels kennen en er consequent naar handelen. Ik zal hen er ook op aanspreken wanneer dat niet het geval is.’ De derde directeur heeft in dit verband inspiratie gevonden in het idee van de preventieve automatisatie van routines, zoals voorgesteld door Tom Bennett, expert in gedragsmanagement en auteur van Regie in de klas: ‘Het gaat over het bewust aanleren van kleine dingen, die je misschien als vanzelfsprekend beschouwt, en daar streng op zijn. Streng in de betekenis dat je er regelmatig naar verwijst als het niet in orde is. Een voorbeeld: bij ons op school zijn jassen in de lokalen niet toegelaten. Vorig schooljaar was ik de les van een startende collega aan het superviseren, toen een leerling binnenstapte met zijn jas aan. Doordat hier een duidelijke afspraak over bestaat, die eigenlijk een routine zou moeten zijn, kon de leerkracht simpelweg naar die routine verwijzen en daarmee was de kous af.’ 

…vanuit verbinding 

Een hedendaags schoolbeleid, met aandacht voor procedures, regels en routines, staat niet haaks op verbinding. Integendeel, regels zijn net noodzakelijk om veiligheid te creëren en te verbinden. Ook daar lijken de meeste gesprekspartners het volmondig mee eens. Ze leggen hierbij de link naar de brede basiszorg en het creëren van een positief klas- en schoolklimaat, en refereren in één adem aan het gedachtegoed van de nieuwe autoriteit. Dit stelt de kracht van de gezagsdrager centraal in plaats van de controle op het gedrag  van de ander. ‘Als je probeert betrokkenheid te tonen naar leerlingen, hen duidelijk maakt dat zij voor jou betekenis hebben, dan zijn leerlingen veel minder geneigd om ordeverstorend gedrag te stellen. Onderzoek bevestigt dit: voor de leerkracht die in hen gelooft, probeert hen iets bij te brengen, … willen leerlingen ook iets doen.’ Vanuit een ander perspectief speelt hier dus opnieuw het idee van de leraar als centrale schakel in de omgang met problematisch gedrag. 

Wat hierbij volgens de directeurs essentieel is, is dat de leraar reflecteert over het eigen aandeel: ‘Wat maakt dat het bij mij in de les soms anders is dan bij mijn collega’s? En hoe kan ik ervoor zorgen dat mijn aandeel in storend gedrag verkleint?’ Wanneer een leerling uit de klas wordt gestuurd, zal een van de directeurs ook de leraar achteraf bij zich roepen. Hij leert deze dan om de volgende vraag te stellen: ‘Had ik iets anders (nog beter) kunnen doen?’ Hetzelfde geldt voor een van de deskundigen trouwens op het niveau van de school: ‘Als vele leerlingen gedrag vertonen dat niet gewenst is, moet de school nagaan wat zij kan doen. Welke initiatieven kan zij nemen om aan een positief klas- en schoolklimaat te werken, om die verbinding te creëren? Want leerlingen stellen gedrag omdat ze iets niet weten of niet belangrijk vinden. Of moedwillig, om tegen schenen te schoppen, een signaal uit te sturen dat ze geen binding hebben met de schoolomgeving.’

Het beeld uit ons collectieve geheugen, van de prefect als boeman, blijkt anno 2023 dus achterhaald. Gelukkig! In de huidige context is het in de eerste plaats de taak van de leraars om storend gedrag aan te pakken, vanuit verbinding en met ondersteuning van het bredere schoolteam en het schoolbeleid. De ‘bittere nasmaak’ van de prefect blijft in de toekomst dan ook beperkt tot het authentieke biobier dat we met domo de refontiro hebben gelanceerd. Met een knipoog naar de iconische figuur uit het onderwijs, maar ook naar het maatschappelijke engagement van zijn opvolgers: in ruil voor elk doosje craftbier dat wij wegschenken, planten we in samenwerking met Beers4Nature een inheemse loofboom in Vlaanderen. Geïnteresseerd om mee te helpen tijdens onze boomplantdag, registreer je dan via deze link zodat je op de hoogte kunnen houden. 

Contacteer Ons

Telefoon
+32 14 43 95 05
Adres
Molenstraat 31
2300 Turnhout
Alle velden zijn verplicht
Wij nemen het beschermen en respecteren van uw privacy ernstig. We gebruiken uw persoonlijke informatie om uw account te beheren en u updates te sturen over de inhoud die u heeft gedownload.
Indien u ervoor gekozen heeft onze maandelijkse nieuwsbrief te ontvangen, danken wij u alvast van harte. Uiteraard kan u zich te allen tijde opnieuw afmelden.
Voor meer informatie over hoe wij uw privacy willen beschermen en respecteren, kunt u ons Privacybeleid raadplegen.
Door u gegevens in te geven gaat u akkoord met bovenstaand privacybeleid.