Jongens zijn slimmer dan meisjes ... en andere mythes over leren en onderwijs

Ingediend door YVES op

Onze stagiair Ferre las het boek “Jongens zijn slimmer dan meisjes, en andere mythes over leren en onderwijs”. Lees zijn bevindingen hieronder.

  • mythes onderwijs

In het boek “Jongens zijn slimmer dan meisjes” houden pedagoog Pedro De Bruyckere en psycholoog Casper Hulshof grote kuis in vastgeroeste denkwijzen over het onderwijs en de daaraan gekoppelde processen. Helaas is het voor menig onder ons niet altijd even makkelijk om afscheid te moeten nemen van wat we al jaren als waarheid aannemen. Temeer omdat wie in zogenaamde onderwijsmythes gelooft, vaak bewijzen hiervan terugvindt in de eigen omgeving, die deze mythes dus schijnen te bevestigen …. In wat volgt worden zes hardnekkige mythes, terug te vinden in het boek, beschreven en ontkracht op basis van wetenschappelijk evidence.

1.          Mannen beschikken over een ander soort brein dan vrouwen.

Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus? Sorry mannen, vrouwen praten niet écht veel meer en excuses vrouwen, jullie zijn niet beter in multitasking. Door dit “neuroseksisme” wordt (veelal) onterecht de aandacht gevestigd op mogelijke verschillen tussen beide geslachten. Vooroordelen worden op deze wijze uitvergroot en er ontstaan zelfs nieuwe vooringenomenheden. Er zijn echter weinig verschillen in hoe we de wereld waarnemen, herinneringen in onze hersenen vastkluisteren en met elkaar in communicatie treden. Bijkomend blijken er zelfs meer verschillen binnen de geslachten te zijn dan discrepanties ertussen. Je gebruikt het best dus niet als beweeggrond.

2.         In een wereld waar je alles kunt opzoeken, is kennis onbelangrijk.

Ooit al eens de vraag gekregen van een leerling waarom we wat we leren op school effectief moeten kennen? Lerenden van alle leeftijden stellen zich meer en meer vragen bij het nut van hun leren. Waarom moeten we nog kunnen rekenen als we toch alles kunnen ingeven op de calculator, ingebouwd op onze smartphones? Laten we er geen gras over groeien: kennis blijft key! In de periode waarin we nu leven, neemt het belang van 21ste-eeuwse vaardigheden voor het onderwijs en de arbeidsmarkt nog steeds toe. Samenwerken, communicatievaardigheden, ICT-geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, probleemoplossend denken, enz. zijn enkele vaardigheden die vaak genoemd worden. 

Opgelet, we leren niet anders dan pakweg 20 jaar geleden. Bijkomend, om de hiervoor genoemde skills onder de knie te krijgen, zouden we zelfs over nog meer (voor)kennis moeten beschikken in plaats van minder. Om oplossingen te vinden voor 21ste-eeuwse problemen, zul je ten rade moeten gaan in je eigen geheugen en niet altijd in die van je smartphone of laptop. Hoe rijker je geheugen, hoe groter de kans om het vinden van inventieve, creatieve oplossingen voor allerhande dagdagelijkse of werk-gerelateerde problemen.  Leerlingen houden daarbij van de concreetheid en authenticiteit van leerstof. Volgende keer wanneer een leerling vraagt wat ze in het dagelijkse leven moeten aanvangen met wiskunde, antwoord je dus bijvoorbeeld: “om je logisch redeneren te oefenen, bruikbaar in allerlei jobs”.

3.          Baby’s worden slimmer van klassieke muziek. 

Opvoedingsadviezen zijn alomtegenwoordig. Iedereen heeft wel een idee over hoe kinderen het best worden opgevoed om van hen “straffe kanjers” te maken. Adviezen zijn er voor alle ontwikkelingsstadia van kinderen, maar het belang van de eerste duizend dagen weegt nog altijd door. Sommige ouders beginnen al met de opvoeding voordat het kind geboren wordt. Klassieke muziek zou bijvoorbeeld het denkvermogen van baby’s stimuleren. Helaas! De mythe ontstond toen drie onderzoekers van de Universiteit van Californië beweerden dat studenten na het luisteren van een pianosonate van Mozart betere cognitieve prestaties leverden op ruimtelijke denktaken. De reactie kreeg de naam “mozart-effect”.  De conclusies die vervolgens werden getrokken uit het onderzoek waren ietwat overdreven. Er ontstond een hele pseudowetenschap rond het thema, waar vervolgens ook opvoedingsadviezen aan gekoppeld werden. Enkele kanttekeningen bij het veelbelovende onderzoek zijn dat het effect van klassieke muziek eerder van korte duur was - en niet een hele kinder- en volwassentijd doorliepen - en dat vervolgonderzoeken zowel significante, als niet-significante effecten aantoonden. 

Je kind katapulteren tot laureaat van de klas? Met klassieke muziek als enige vorm van ondersteuning zal die droom wellicht niet in vervulling gaan.

4.          Zittenblijven heeft een positief effect op leren.

“Laten we de leerling nog een jaartje overdoen, dat zal zijn / haar ontwikkeling ten goede komen.” Het is een beslissing van de klassenraad met belangrijke gevolgen. Wetenschappelijk onderzoek heeft namelijk het volgende aangetoond: zittenblijven werkt niet. Hoewel de leraar in eerste instantie wel een verbetering in het leren opmerkt, is het positief effect echter van korte duur. We zien dat die vooruitgang uiteindelijk teniet wordt gedaan als de leerling nieuwe leerinhouden voorgeschoteld krijgt. Daarbij komt dat het gevoel van falen niet bevorderlijk is voor het welbevinden. Leerlingen naar een volgend jaar laten overgaan en daarbij de geboden ondersteuning opkrikken, is veel doeltreffender.

Aandacht! Wat wel een positief effect blijkt te hebben, is het versnellen van het leren. Dat is het aanbieden van de mogelijkheid om vooruit te lopen, zij het een heel jaar of voor enkele (vak)inhouden. Leerlingen hebben een hekel aan verveling; ze worden graag geprikkeld en uitgedaagd. Experimenteren met flexibele leerwegen is in dit geval boodschap!

5.          We kunnen leren tijdens het slapen. 

“Als het studeren voor dat belangrijke examen niet meer lukt, kun je nog altijd een audio-opname opzetten om tijdens je slaap naar te luisteren.” Dat is een veelbelovende aanbeveling die al eens wordt gegeven aan menig student. Wat blijkt echter?  De onderzoeken die dit voorlegden, want ze zijn er wel, kunnen niet als betrouwbaar bestempeld worden. Klassieke conditionering echter, zoals Pavlov het ons voordeed, zou wel het gewenste leereffect hebben tijdens je nachtrust. Het aanleren van bijvoorbeeld geuren in combinatie met een toon, zou wel tot succesvolle resultaten leiden. Maar dit leereffect staat mijlenver van het stimuleren van hogere denkvaardigheden, zoals het onder de knie krijgen van allerhande lesinhouden. Jammer, want daar wordt toch het meest over gefantaseerd onder de studentenpopulatie.

Het is echter niet mis te begrijpen: slaap is wel degelijk belangrijk voor het optimaal functioneren van onze hersenpan. De dag van vandaag blijken heel wat jongeren echter te lijden aan chronisch slaaptekort. Hun leven zit zo boordevol en het is een huzarenstukje geworden om alles in de geringe beschikbare tijd na school nog bol te werken. Als reactie op het slaaptekort gaan er zelfs stemmen op om de starttijd van de school uit te stellen, omdat de cognitieve functies van de leerlingen een boost zouden krijgen tijdens de middaguren. Daaromtrent is er nog meer beduidend onderzoek nodig. Zou dit werken in jouw school?

6.          Nieuwe technologie veroorzaakt een revolutie in het onderwijs.

Is het gebruik van technologie echt de heilige graal van goed onderwijs? Vandaag de dag is er veel te doen omtrent het gebruik ervan in de klas. Dit wordt mede veroorzaakt door snelle veranderingen in de kennis- en informatiemaatschappij en een opeenvolging van coronagolven, waar we de laatste jaren mee te maken kregen. Veel scholen en leraren zitten met de vraag hoe het best en meest effectief aan de slag kan gegaan worden met allerlei digitale tools, middelen en instructievormen. Wat we weten uit onderzoek is dat ervan uitgaan dat één medium voor gelijk welke situatie geschikt kan zijn, een foute denkwijze is.

Leraar blijf bij je leest! Er kan niet uitsluitend met technologie gewerkt worden in je eigen onderwijspraktijk. Digitale middelen kunnen onmogelijk al het werk van een expert-leraar overnemen, wat soms onterecht wordt beweerd. Wel kan het als aanvulling dienen op wat de leerkracht reeds zou doen tijdens zijn of haar les. De effectiviteit van leren en lesgeven wordt vooral bepaald door de manier waarop het medium wordt gebruikt en de ondersteunende instructies. Nieuwe manieren om lessen vorm te geven, zoals blended learning, zouden wel een positief effect hebben op de leerresultaten bij leerlingen. Tijdens blended learning worden lessen in de traditionele omgeving afgewisseld met lessen/instructie/oefeningen in een technologie-gemedieerde leeromgeving. Treed in dialoog met collega’s over het vormgeven van (digitale) instructie op een effectieve manier. Het ultieme doel? Leerwinst bij leerlingen.


Aandachtig zijn voor mythes en ze kritisch benaderen is een vaardigheid van levensbelang voor de 21ste eeuw. Er komt gigantisch veel informatie op ons af en het is soms moeilijk om het kaf van het koren te scheiden. Enkele handvaten om hiermee om te gaan zijn:

  • Alert zijn voor eventuele subjectiviteit van de auteur.
  • Beseffen dat wondermiddelen niet bestaan!
  • Merk op dat de auteur al dan niet bronvermelding gebruikt.

De Bruyckere, P., & Hulshof, C. (2013). Jongens zijn slimmer dan meisjes. LannooCampus & Van Duuren Psychologie.

Contacteer Ons

Telefoon
+32 14 43 95 05
Adres
Molenstraat 31
2300 Turnhout
Alle velden zijn verplicht
Wij nemen het beschermen en respecteren van uw privacy ernstig. We gebruiken uw persoonlijke informatie om uw account te beheren en u updates te sturen over de inhoud die u heeft gedownload.
Indien u ervoor gekozen heeft onze maandelijkse nieuwsbrief te ontvangen, danken wij u alvast van harte. Uiteraard kan u zich te allen tijde opnieuw afmelden.
Voor meer informatie over hoe wij uw privacy willen beschermen en respecteren, kunt u ons Privacybeleid raadplegen.
Door u gegevens in te geven gaat u akkoord met bovenstaand privacybeleid.