Evidence-based versus evidence-informed?
Wanneer zijn de onderwijspraktijken die we als leraren hanteren in onze klas nu ‘goed’ of ‘kwaliteitsvol’?
Daar valt heel wat over te zeggen maar we weten wel dat evidence-informed en/of evidence-based werken bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs.
Evidence-Informed Werken (EIW) houdt in dat zowel praktijkkennis als kennis uit onderzoek worden gebruikt om het handelen in de praktijk te verbeteren en/of te verrijken. Het toepassen van effectieve interventies, gebaseerd op bewijs, kan leerlingen maanden leerwinst per jaar opleveren. Kortom, evidence-informed werken verbindt onderzoek met de dagelijkse praktijk en draagt zo bij aan kwalitatief hoogstaand onderwijs. Het gaat dus om een combinatie van kennisbronnen. Specifieke praktijkkennis is waardevol omdat de context een rol speelt bij de effectiviteit van interventies.
Evidence-Based Werken (EBW) houdt in dat scholen (of leraren) zich uitsluitend op kennis uit wetenschappelijk onderzoek baseren. Ze hebben dus minder aandacht voor praktijkkennis of praktijkkennis wordt minder benadrukt. Bij het uitsluitend Evidence-Based werken, lopen scholen het risico contextverschillen te negeren: wat op de ene school werkt, is immers niet altijd even effectief op een andere school. En wetenschappelijk onderwijsonderzoek is bovendien vaak ‘laboratoriumonderzoek’ dat zich afspeelt in een specifieke setting, onder specifieke voorwaarden en/of assumpties.
Waarom zouden we nu Evidence-Informed aan onderwijsverbetering werken in onze school?
Allereerst stimuleert het de onderzoekende houding van leraren en bovendien draagt het bij tot het aanwakkeren van een lerende cultuur in de school. Dr. Nancy Dana spreekt in dat verband bijvoorbeeld over ‘practitioner inquiry’ waarbij leraren kleine praktijkonderzoeken opzetten in de klascontext om inzichten te verwerven en onderwijspraktijken mogelijk aan te passen. Evidence vanuit de praktijk kan ook verzameld en gedeeld worden in professionele leergemeenschappen van leraren (PLG’s).
Verder leidt EIW tot onderbouwde interventies én tot kennisdeling. Het verrijkt ten slotte het werk van de leraar en maakt daardoor ook het beroep aantrekkelijker.
Welke principes hanteren we best bij EIW?
1) Gebruik meerdere bronnen, verschillende vormen van en soorten bewijs en informatie: Beslissingen zijn beter onderbouwd als we bewijs uit meerdere bronnen en van vanuit meerdere invalshoeken en bewijssoorten gebruiken;
2) Gebruik een gestructureerd en expliciet proces voor het verzamelen en gebruiken van bewijs. Dit betekent dat we het probleem begrijpen voordat we een oplossing bedenken en dat we het bewijs dat we nodig hebben om onze vragen te beantwoorden op een gestructureerde manier verzamelen;
3) Focus op het meest betrouwbare en relevante bewijs in plaats van op al het bewijs: veel van het beschikbare bewijs kan onbetrouwbaar en misleidend zijn en het opnemen ervan in onze besluitvorming zal leiden tot slecht geïnformeerde interventies in plaats van goed geïnformeerde interventies.
Let op bij wetenschappelijk bewijs voor specifieke ‘claims’. Ze zijn vaak onzin tenzij de spreker of schrijver gedetailleerde informatie geeft om de bewering te rechtvaardigen, wat vaak niet gebeurt.
Met ‘claims’ bedoelen we bijvoorbeeld volgende uitspraken: "We weten vanuit de wetenschap dat..." - Wat betekent "weten"? Op basis waarvan "weten" we dat? Hoe zeker kunnen we zijn? Misschien "weten" we iets tot op zekere hoogte, maar dat kan ook alleen maar zijn wat we nu weten omdat de toekomstige wetenschap zal suggereren dat wat we nu weten niet klopt.
"Wetenschap toont aan dat ...." - Er zijn wetenschappelijke studies waarvan de resultaten erop kunnen wijzen dat er iets aan de hand is, maar op dit moment blijft ons vertrouwen in wat het precies is dat de wetenschap laat zien relatief laag.
Wanneer nu EIW?
Welke nieuwe leesmethode willen wij aanschaffen? Hoe kunnen we de rekenresultaten in de eerste graad verbeteren? Welke differentiatievormen zijn het meest effectief? Is formatief evalueren iets voor ons? Hoe kunnen we beter inspelen op de motivatie van de leerlingen in een specifieke klas?
Herkenbaar? Al deze vragen kunnen een startpunt zijn voor EIW.
Hoe ga je aan de slag met EIW?
De eerste stap is altijd voldoende tijd te spenderen aan de vraagverheldering. De vraag moet scherp en duidelijk zijn, voordat je op zoek kan gaan naar evidentie vanuit kennisbronnen. Als je verder zelf op onderzoek wil uitgaan, is het belangrijk een onderzoeksaanpak af te spreken. Dat kan in de praktijk door als leraren bij mekaar flitsklasbezoeken te doen of door meer systemisch te werken via lesson study of practitioner inquiry.
Doorloop de volgende stappen:
1) Bedenk wat je leerlingen nodig hebben, kom tot deze inzichten vanuit je eigen observaties of door het aan je leerlingen te vragen;
2) Definieer de uitdaging scherp (onderzoeksvraag);
3) Selecteer en bestudeer kennisbronnen waaronder bijvoorbeeld de ‘teaching toolkit van de Education Endowment Foundation;
4) Selecteer een interventie die mogelijk kan helpen;
5) Probeer de interventie uit;
6) Evalueer het effect op je leerlingen;
7) Verbeter en stuur bij;
8) Deel je kennis en ervaringen in een PLG
EIW of EBW? What’s in a name … De terminologie is minder belangrijk dan de aanpak. Hanteer een onderzoekende houding en maak gebruik van een diversiteit aan kennisbronnen om je onderwijspraktijken kritisch te benaderen.
Contacteer Ons
Indien u ervoor gekozen heeft onze maandelijkse nieuwsbrief te ontvangen, danken wij u alvast van harte. Uiteraard kan u zich te allen tijde opnieuw afmelden.
Voor meer informatie over hoe wij uw privacy willen beschermen en respecteren, kunt u ons Privacybeleid raadplegen.
Door u gegevens in te geven gaat u akkoord met bovenstaand privacybeleid.